LPG is een gasvormige brandstof, die onder druk vloeibaar opgeslagen wordt in de brandstoftank. Bij CNG, gecomprimeerd aardgas, blijft het in de tank gasvormig.
Hoewel zowel LPG als CNG een fossiele brandstof is, levert ook het rijden op deze brandstoffen vaak een lagere CO2-uitstoot op. Voor LPG is het voordeel 9% ten opzichte van benzine en is ongeveer gelijk aan diesel. Voor CNG levert dit 27% resp. 13% minder CO2-uitstoot op ten opzichte van benzine en diesel.
Dat komt doordat de brandstof minder koolstofatomen (C) bevat per energie-eenheid dan benzine en diesel en door het hogere octaangetal (104 resp. 130, ten opzichte van 95 of 98 bij benzine) de motor met een hogere efficiëntie kan werken. In de praktijk is het vaak mogelijk dat de motor ook op benzine loopt, waardoor de efficiëntie iets minder is omdat compromissen gesloten worden door de constructeur ten nadele van de maximaal haalbare efficiëntie op CNG.
In plaats van CNG kan ook groengas getankt worden. Dit is gas op basis van diverse hernieuwbare bronnen, zoals GFT, bermgras en mest. Daardoor kan de CO2-uitstoot met maximaal 85% teruggebracht worden. Er wordt momenteel ook gewerkt aan LPG uit hernieuwbare bronnen. Dit is een ‘restproduct’ uit de productie van biobrandstoffen. Overigens is fossiel LPG meestal een restproduct uit het productieproces van benzine en diesel.
Het aantal tankstations dat (groen)gas levert is de afgelopen jaren sterk gestegen. Inmiddels telt het landelijk dekkende net van aardgas-tankstations ongeveer 140 stations. LPG is op een nog veel uitgebreidere schaal beschikbaar, bij zo’n 2.000 stations.
Voor LPG- en CNG-auto’s gelden de algemene ‘Het Nieuwe Rijden’-rijstijltips en alle andere tips die van toepassing zijn op de gebruikte technologieën in de auto.